Umar Patek loopt goedgeluimd door de
Internationale Soekarno Hatta luchthaven in Jakarta. Gestoken in een felgekleurd
oranje pak en een goudkleurig Islamitisch petje. Naast hem loopt Ruqayyah zijn
volledig in het zwart gesluierde vrouw. Het stel gaat door de douane, hun rode
weekend tas rolt langs de beveiligingsmonitoren. Glimlachend haalt Umar Patek de
tas van de band.
Umar Patek was tot voor kort Indonesisch meest
gezochte terrorist, nu toert hij door Indonesië. Voor de reconstructie van de
misdaden waarvoor hij werd gezocht. Naast vluchten met een vals paspoort ook
voor het maken van de bommen die in 2002 op vakantie-eiland Bali ontploften.
Hierbij vonden 202 voornamelijk westerse vakantiegangers de dood.
Dus rijdt Umar Patek door de straten van Bali,
negen jaar na de aanslag. Over zijn oranje shirt een wit papier met daarop in
grote letters zijn naam, zijn baard op precies de goede lengte geknipt. Collega
terroristen Ali Imron, Mubarok, Suranto Abdul Ghoni en Sawad mogen mee op deze
reis. De andere collegas zijn inmiddels al veroordeeld en doodgeschoten
door een vuurpeleton. Het voelt als een schoolreisje, maar dat komt
vooral door de grote bussen waarmee het vijftal wordt
vervoerd.
Het reconstrueren van een delict is iets dat
gebeurd voor iedere rechtszaak in Indonesië. Om de zaak van de aanklagers
sterker te maken. Het kan overigens alleen als de verdachte heeft bekend. Umar
Patek heeft toegegeven de materialen voor de bewuste bommen te hebben gemixt.
Maar heeft indertijd ook tegen zijn opdrachtgevers gezegd dat Bali niet de
juiste plek was voor een aanslag.
Umar Patek is namelijk een terrorist die geloofd in
de jihad tegen uniformen, meent voormalig terrorist en vriend Nasir Abas: “Als
hij echt aanslagen in Indonesië had willen plegen, had hij dat heus wel vaker
gedaan.” Umar Patek werd in januari gearresteerd in Pakistan waar hij in
hetzelfde dorp woonde als Osama bin Laden. Hij was onderweg naar zijn volgende
stop: Afghanistan voor zijn jihad tegen Amerikaanse soldaten.
Het blijft een wat surrealistische gewaarwording:
het naspelen van een bomaanslag door de verdachten zelf: Umar Patek in het huis
waar de bommen in elkaar werden gezet, Ali Imron op een rode brommer, Sawad op
de plek waar de Sari club ooit stond, Umar bij het busstation waar ze na de
aanslag naar toe vluchtten.
Het begon allemaal met de ‘re-enactment’ op de luchthaven. Onder
enorme publieke belangstelling liep Umar Patek grapjes makend door de
metaalpoortjes. Om zijn nek het witte papier met zijn naam. De douaniers keken
geamuseerd toe. Lachten om het schouwspel, om de grapjes van Umar Patek.
Misschien waren ze net zo geamuseerd toen ze hem echt lieten doorlopen, langs de
opsporingsposter. Maar ja, toen had hij dat naambordje niet om.
Eerder gepubliceerd in de Groene Amsterdammer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten