zondag 28 januari 2007

Bang in Jakarta

Een knal, ik hoorde heel duidelijk een harde knal, ergens buiten. Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Ik zit in mijn kantoortje in het centrum van Jakarta. Terreurgroep Jemaah Islamiyah heeft beloofd meer westerse doelen op te blazen. Beelden van de bomaanslag op Bali in 2002 dansen voor mijn ogen. Gebeurt het nu weer?

Niet alleen ik ben geschrokken van het geluid. Fotograaf Dita van AP loopt naar mijn raam en kijkt naar buiten. Made van Dow Jones kijkt mij van een afstand aan, terwijl hij vragend zijn wenkbrauwen optrekt.

“Was dat een bom?” vraagt Anthony zich hardop af. Ik bespeur een lichte paniek in zijn stem. Andy van APTN kijkt op zijn horloge, om de tijd van de ‘aanslag’ vast te leggen.

Het is tegen vier uur ’s middags, na een betrekkelijk rustige dag. De zoveelste vogelgriep dode. Verder niets. En nu dit. Een harde knal.

Mijn hart klopt in mijn keel. Zoekend kijk ik door het raam, veertien verdiepingen naar beneden. Het verkeer beweegt traag door de eeuwige file. Ik zie niets, geen paniek. Geen rook.

Dan hoor ik gelach. “Het was een bus!”, roept Made hoorbaar opgelucht. “Een klapband…”. Aan de telefoon heeft hij een collega, die vlakbij het ongeval was.

Iedereen gaat weer verder met zijn werk. Ik zit verbijsterd achter mijn computer. En realiseer mij dat ik nu hoor te schrikken van dingen als een klapband.

dinsdag 9 januari 2007

1984; Hooilandseweg

Motregen, hagel, natte sneeuw

Om vier schemerig, om vijf uur donker

Vrachtwagens vol suikerbieten

Fietsers van school naar huis

Of

Van supermarkt naar huis

Auto’s onderweg naar vergeten plekken

Opspattend water, natte broekspijpen

Deur open, gauw weer dicht

Geur van kool, aardappelen, sukadelapje

Broek over de kachel

Droog, warm, veilig