donderdag 15 december 2011

Abang mag niet rennen

De cartoonheld op Abang’s mosterdgele shirt staat strak gespannen om zijn buik en wanneer hij lacht, ontbloot hij zijn zwarte tandjes. Hij is al vier, maar krijgt nog iedere nacht twee keer een fles poedermelk, lacht zijn moeder. “Anders gaat hij huilen.”


Steeds meer kinderen in Indonesië hebben overgewicht: 14 procent van de peuters en kleuters onder de vijf is te zwaar, in de hoofdstad Jakarta is dat zelfs 20 procent. Ze worden door hun kindermeisjes letterlijk op handen gedragen en door hun chauffeurs van shoppingmall naar shoppingmall gereden.


In de overdekte speeltuinen van deze malls lopen nanny’s achter ‘hun’ kinderen aan, vaak met een bord eten waarmee de kleintjes als ware foie gras gansjes worden vetgemest. Bezwete bolle wangen worden liefdevol met doekjes afgedept, terwijl moeders en kindermeisjes onderling opscheppen over het gewicht van hun kind. Met afschuw wordt gekeken en soms zelfs gewezen naar dunne leeftijdgenootjes.


Indonesië heeft een van de snelst groeiende economieën ter wereld, waarin vooral de middenklasse enorm in omvang toeneemt. Deze geeft zijn geld graag uit bij relatief dure fastfoodketens als Mc Donald’s, KFC en Pizza Hut.


“Het eten is een stuk goedkoper en misschien zelfs wel gezonder bij de warong om de hoek,”lacht Madarina Julia. “Maar mensen gaan liever naar dit soort luxueuze restaurants.” Madarina Julia onderzoekt obesitas onder Indonesische kinderen. “Kinderen hier lopen en fietsen niet meer buiten. Hun ouders vinden dat te gevaarlijk.”


Ondanks de geweldige economische spurt leven bijna 100 miljoen mensen in de archipel van minder dan 1,50 euro per dag en nog steeds is bijna 18 procent van de kinderen ondervoed. “Een mollige baby en dito peuter en kleuter staan dus nog steeds voor economische welvaart,” meent Madarina Julia.


Het is dan ook niet alleen de opkomende nouveau riche die graag in de wangen van een bolle baby knijpt. Ook de van oudsher welgestelde klasse doet dit graag. Het risico op overgewicht voor een kind geboren in een rijke familie is vijf keer zo groot als voor een kind uit een minder goed milieu.


In Indonesië zijn het juist jongetjes die te dik worden. Vaak tot op het bot verwend hoeven deze kleine goden thuis niets te doen. Daarnaast mogen Indonesische kinderen niet rennen, bang als ouders en kindermeisjes zijn voor beschadigde knieën. Hyperactieve kinderen lopen dan ook vaak met kniebeschermers rond, en worden constant vermaand vooral niet te rennen.


Terug in de speeltuin krijgt Abang een Magnum ijsje. Het is 17.00, de kinderen uit de kampong vlakbij rennen door de straat achter vliegers aan. Abang kijkt verlangend op van zijn draagbare computerspel. Zijn kindermeisjes kijkt hem aan met een lieve glimlach en schudt haar hoofd: “Niet rennen, Abang, blijf hier maar lief zitten.”


Eerder gepubliceerd in de Groene Amsterdammer.