“Bescherm met mij
dit moederland, van de jungle tot de oceaan tot aan de lucht, als iedereen maar
gelooft dat het kan veranderen, dan doen we dat voor onze kinderen.” Met deze
songtekst opende Susilo Bambang Yudhoyono, de president van Indonesië een zakenbijeenkomst
in Amerika. Hij schreef de tekst zelf, vertelde de president trots. Liedjesschrijven
is namelijk een hobby van de ‘denkende generaal’, zoals andere staatslieden
golfen of paardrijden.
SBY, zoals de
president in de volksmond wordt genoemd, hoopt met de release van een nieuw
popalbum zijn populariteit wat op te krikken, want de Indonesische president is
behoorlijk onpopulair. Slechts 37,7 procent van de Indonesiërs heeft nog
vertrouwen in zijn regering. Onrust in Papoea, de welig tierende corruptie en
de voortdurende strijd tussen religies liggen ten grondslag aan deze groeiende
impopulariteit.
Daarnaast moeten
miljoenen Indonesiërs van minder dan 1,50 euro per dag rond komen. Zijn het
onderwijs en de gezondheidszorg nog altijd slecht en heeft SBY, ondanks de
economische groei van in ieder geval 6 procent, niet de verwachte stabiliteit
gebracht waarom Indonesiërs massaal op hem stemden in 2004 en 2009.
De
kabinetswisseling die recent met veel bombarie werd aangekondigd bleek een
farce. Corrupte en of incompetente kabinetsleden zouden worden vervangen, SBY
zou na lang wachten beginnen aan de creatie van een echt schoon kabinet.
Uiteindelijk bleek het vooral een stoelendans en bleven twee corrupte ministers
zelfs gewoon op hun plek zitten.
‘Harmoni’ heet de
vierde cd van SBY hoopvol. Zelf hoopt de president een harmonieuze gemeenschap
te creëren voor zijn onderdanen. “Dat is wat alle leiders hun volk willen
geven,”schrijft hij in een voorwoord in de cd die vol staat met nationalistische
en bij vlagen zoetsappige liedjes. Anders dan zijn eerste cd ‘My longing for
you’ waarop vooral liefdesliedjes en religieuze liederen te horen waren. In
2009 lag het instrumentale ‘Evolusi’ in de winkels en in 2010 kwam de cd ‘Iam sure Ill get there’ op de markt.
Volgens een woordvoerder van de president zijn
dit soort songs de beste manier om de presidentiële boodschap over te brengen.
“Het publiek moet niet verveeld worden met toespraken. Indonesiërs reageren
daar niet goed op, ze worden er moe van.” De president zingt overigens niet
zelf, dat laat hij over aan populaire Indonesische zangers.
Magdalena Asih Rejeki
(36) heeft de cd nog niet gehoord. “Maar er zijn al wel wat mensen langs
geweest die wilden weten wanneer de cd uitkomt,” vertelt ze. Rejeki werkt in een
cd winkel in een van de luxueuze shoppingmalls in Jakarta. Echt populair zou ze
de albums van de president niet willen noemen. “De mensen die hebben gevraagd
naar de cd zijn waarschijnlijk goede vrienden van meneer de president, SBY”,
biecht ze op.
Eerder gepubliceerd in de Groene Amsterdammer.
Umar Patek loopt goedgeluimd door de
Internationale Soekarno Hatta luchthaven in Jakarta. Gestoken in een felgekleurd
oranje pak en een goudkleurig Islamitisch petje. Naast hem loopt Ruqayyah zijn
volledig in het zwart gesluierde vrouw. Het stel gaat door de douane, hun rode
weekend tas rolt langs de beveiligingsmonitoren. Glimlachend haalt Umar Patek de
tas van de band.
Umar Patek was tot voor kort Indonesisch meest
gezochte terrorist, nu toert hij door Indonesië. Voor de reconstructie van de
misdaden waarvoor hij werd gezocht. Naast vluchten met een vals paspoort ook
voor het maken van de bommen die in 2002 op vakantie-eiland Bali ontploften.
Hierbij vonden 202 voornamelijk westerse vakantiegangers de dood.
Dus rijdt Umar Patek door de straten van Bali,
negen jaar na de aanslag. Over zijn oranje shirt een wit papier met daarop in
grote letters zijn naam, zijn baard op precies de goede lengte geknipt. Collega
terroristen Ali Imron, Mubarok, Suranto Abdul Ghoni en Sawad mogen mee op deze
reis. De andere collegas zijn inmiddels al veroordeeld en doodgeschoten
door een vuurpeleton. Het voelt als een schoolreisje, maar dat komt
vooral door de grote bussen waarmee het vijftal wordt
vervoerd.
Het reconstrueren van een delict is iets dat
gebeurd voor iedere rechtszaak in Indonesië. Om de zaak van de aanklagers
sterker te maken. Het kan overigens alleen als de verdachte heeft bekend. Umar
Patek heeft toegegeven de materialen voor de bewuste bommen te hebben gemixt.
Maar heeft indertijd ook tegen zijn opdrachtgevers gezegd dat Bali niet de
juiste plek was voor een aanslag.
Umar Patek is namelijk een terrorist die geloofd in
de jihad tegen uniformen, meent voormalig terrorist en vriend Nasir Abas: “Als
hij echt aanslagen in Indonesië had willen plegen, had hij dat heus wel vaker
gedaan.” Umar Patek werd in januari gearresteerd in Pakistan waar hij in
hetzelfde dorp woonde als Osama bin Laden. Hij was onderweg naar zijn volgende
stop: Afghanistan voor zijn jihad tegen Amerikaanse soldaten.
Het blijft een wat surrealistische gewaarwording:
het naspelen van een bomaanslag door de verdachten zelf: Umar Patek in het huis
waar de bommen in elkaar werden gezet, Ali Imron op een rode brommer, Sawad op
de plek waar de Sari club ooit stond, Umar bij het busstation waar ze na de
aanslag naar toe vluchtten.
Het begon allemaal met de ‘re-enactment’ op de luchthaven. Onder
enorme publieke belangstelling liep Umar Patek grapjes makend door de
metaalpoortjes. Om zijn nek het witte papier met zijn naam. De douaniers keken
geamuseerd toe. Lachten om het schouwspel, om de grapjes van Umar Patek.
Misschien waren ze net zo geamuseerd toen ze hem echt lieten doorlopen, langs de
opsporingsposter. Maar ja, toen had hij dat naambordje niet om.
Eerder gepubliceerd in de Groene Amsterdammer.