Hij zit op een muurtje voor hun huis, zichtbaar een slachtoffer van de ramp in 1994. "Hij is perfect," denk ik en walg van mijzelf. Toch laat ik de auto stoppen en loop met Bayu, mijn vertaler, op hem af. Hij schrikt van mijn plotselinge blanke aanwezigheid en wil liever niet met mij praten.
Zijn vrouw wil het verhaal wel vertellen en zegt dat ik hun huis binnen moet gaan. Op de muren van het donkere huis zitten vochtplekken. Op de betonnen vloer ligt een kleed, bedoelt op om te zitten. Haar ogen zijn leeg, wanhopig.
Ze vertelt over die dag van de hete gaswolk die hun levens verwoestte. Tevens laat ze na iedere zin weten dat ze al zeven maanden geen geld meer krijgen van de regering.
De man loopt de woonkamer binnen, wil toch ook wat zeggen. Met moeite kijk ik naar zijn handen, zijn vingers zijn verdwenen, gesmolten. De brandwonden over zijn hele lichaam vallen erbij in het niet.
In de enige bruine houten kast in de kamer staat een piepklein zwart/wit tv-tje. Door het geluid is haar man nog slechter te verstaan dus ze zet hem uit. Met een flits verdwijnt de besneeuwde tekenfilm van het scherm.
Met zijn bestompte handen krabt hij aan de litekens van zijn brandwonden. Van een organisatie heeft hij een speciale tandenborstel en lepel gekregen. Dat zijn de enige dingen die hij zelf kan: tandenpoetsen en eten.
Toen we naar het dorp reden vroeg ik Bayu waar hij was in 1994. Hij begon te lachen. Op de middelbare school, hij had gehoord over de ramp, maar het kon hem niets schelen. Andere dingen waren belangrijker.
De man hoest, hij loopt de kamer uit om ons niet te storen met zijn gerochel. Zijn longen zijn aangetast door het hete gas uit de wolk. Ik besluit dat het interview over is.
Buiten maak ik nog wat foto's van de man en wil in de auto stappen. Bayu houdt mij tegen. Met tranen in zijn ogen kijkt hij mij aan. Heb ik niet gehoord dat ze geen geld meer krijgen van de regering? Ik moet geld geven, al is het maar 2 dollar. Met ethische tegenzin druk ik hem een briefje van die waarde in zijn handen en stap alsnog in de auto.
De auto rijdt door de rijstvelden terug naar mijn hotel. Ik kijk naar Bayu en hij naar mij. Het is lang stil. Dan beginnen we door onze tranen heen te lachen. "Were where you in 1994?", vraagt hij mij.
foto: Esther de Jong
2 opmerkingen:
Ende!
Met groeiende waardering heb ik vandaag je stukken doorgepluist. Je schetst een mooi, helder beeld van wat je meemaakt. Erg boeiend. Inspirerend zelfs. Ik sluit me aan bij de vele lofuitingen over je dapperheid. Step Vaassen, eat your heart out!
Ik zie graag uit naar meer. Hoop dat de GPD je enig houvast kan bieden naast het omgaan met de wispelturigheid van het prille moederschap. Trots, ja. Dat ben ik. Plaatsvervangend trots.
Blijf staan, bikkel. De mazzel voor je gezin, vanuit een lenterijk Amsterdam.
XX Yuri
Tsja ik zie dat Yuri me al lang en breed voor is geweest, maar wat ik wilde schrijven is van dezelfde strekking.
Je raakt me weer zoals altijd,
Liefs Tam
Een reactie posten